Voor het tijdschrift Bike&Trekking schreven we verschillende columns
Zaterdagochtend. Begin van de zomer. De was hangt buiten aan de lijn en de auto staat in het sop. Vlug afspoelen om erachter te komen dat er toch nog strepen achter zijn gebleven. Insoppen maar weer en ondertussen het verfblik openen. Boenen, spoelen, zemen, toch nog strepen. Ach, laat maar zitten. Vlug naar het verfblik.
Roeren om er daarna achter te komen dat de kwasten zijn verdroogd. Op naar de bouwmarkt. In de file voor een parkeerplek. In de rijvoor de verfkwasten, in de rij voor de infobalie. Daarna het gevecht met een bejaard echtpaar dat met hun kar met gipsplaten elke door mij gemaakte keuze voor mij lijkt te maken waardoor er een dans ontstaat voor de kwasten, de verfverdunner en het schuurpapier. Afrekenen. Nee geen Karweikaart en nee geen karweibonnen. Wel pinnen.
Snel terug naar huis. Verblind door de strepen op mijn ruit en de felle zon. Draai aan mijn ipod en bel met mijn moeder om te vertellen dat het bbq’en vanavond heel erg leuk zal zijn. Natuurlijk haal ik houtskool bij de Karwei waar ik net vandaan kom. File, gevecht om de houtskool, geen karweikaart, wel pinnen, maximum overschreden, dan maar cash.
Vlak voor het middaguur de eerste verfstreken. Schuren hoeft niet. Of toch wel? Nee, natuurlijk niet. De werklijst is nog lang.
Lisette sjouwt het krat met boodschappen naar binnen. 5 Pakken melk, oude kaas, zak met muesli. Nog even de koelkast schoonmaken. Ontdooien. Lekkage op de vloer. Snel de ladder af om erachter te komen dat het niet het water uit de koelkast is maar een lekke kraan naast de wasmachine. Met een waterpomptang en een beetje vloeken wordt het probleem getackeld.
Op naar de meubelboulevard voor een nieuwe bank, een nieuwe lamp en misschien een andere stoel. Schuifelen tussen dagjesmensen en levensgenieters die nors kijken naar de anderen die voor hen lopen. Appeltaart, koude koffie, schreeuwende kinderen in de ballenbak en snel een keuze gemaakt. Nog even naar de kapper, een set onderbroeken kopen. Oh nee, doe er gelijk maar tien. Schelden in de parkeergarage op de plekken die meer lijken op fietsrekken dan op ruime gelegenheden om de heilige koe in te parkeren, laat staan eruit te rijden.
Nog even langs de supermarkt voor de laatste spulletjes voor de bbq. Ketchup, worsten, kippenbouten.
Plankgas naar huis, een kleine knal en een eend is overreden, noodstop voor het stoplicht. De motor slaat af, de radio is stil. En voor een keer gaat de telefoon niet over.
Poeh! Ja, inderdaad, poeh.
Vóór ons fietsen twee jonge mensen voorbij. In de bloei van hun leven. Strakke lijven, gladde benen, glimmende fietsen. Een blos op hun wangen. Zij lacht. Paardenstaart in haar nek. Haar ogen staan open. Nog vol hoop op wat komen gaat. Geen Karweikaart, geen bonuspas, geen lijst met taken. Alleen die hoop, het leven in dit moment.
En dan weet ik waar dat is gebleven. Waar de vrijheid, de ruimte de lucht om te ademen te vinden is. Thuis gekomen schuif ik de werklijst opzij. Hijs mij in lycra en fiets de zon tegemoet. Naar buiten, naar de ruimte. Tandje erbij, de polder in, de wind tegemoet. Het is zomer!
Comentários