November 2007, Beste Pa en Ma,
Groeten uit Kirchistan. Land van glooiende heuvels. Waar paarden dartelen in de wei omzoomt door besneeuwde bergtoppen met blatende geiten en altijd blauwe luchten.
Met ons gaat het goed. Lisette is tot het bot toe in haar nek verbrand. Had even niet in de gaten dat een ander shirtje ook een ander boordje betekend. Vorige week heeft ze nog de prullenbak vol gekotst om daarna ternauwernood de wc te halen voor de afrondende werkzaamheden.
Net na ons vertrek heb ik ergens in "the-middle-of-nowhere" mijn voornaaf uit elkaar gehaald voor wat onderhoud (daar had ik nu tenslotte eindelijk eens lekker de tijd voor). Om erachter te komen bij het monteren van het geheel dat ik conussleutel 13 per ongeluk thuis had gelaten. Kenners weten wat dit inhoud. Voor de leken onder ons: je kan je voorwiel niet meer vast draaien en da’s lastig bij het bestormen van onverharde wegen.
Gelukkig wel een paar dagen paard gereden. In de promotiefilmpjes zie je altijd een gelukzalige buitenlander op een paard met een oase van geluk om hem heen. In de praktijk voel je twee open geschuurde binnenbenen en een totaal beurs geslagen mannelijkheid. Nu weet ik waarom meisjes liever paard rijden en jongens een brommer.
Oh ja, we eten alleen nog maar rauwkost. Da’s goed voor je. Rauw fruit, rauwe groenten, rauw vlees, alles rauw. De benzinebrander heeft het begeven en er is hier in de buurt geen hout te vinden voor een vuurtje.
De mensen zijn gelukkig erg aardig. Zij spreken Russisch en ik spreek Nederlands. En dat gaat best wel goed. Altijd verrassend wat er gaat gebeuren. Gelukkig begint een bezoek altijd eerst met veel thee en brood en gaat het daarna over in wodka en dan maakt het geen zak uit welke taal je spreekt.
Op dit moment is het ongeveer nul graden en regent het een beetje. Ik sta met mijn blote kont in het open veld boven een stinkend gat voor de 7-de keer deze nacht mijn behoefte te doen. In de yurt waar we slapen liggen we met 12 stikkende, ronkende mensen opeengepakt proberend de kou te verdrijven. Alleen als ik op mijn linkerzijde lig blijven mijn darmen enigszins rustig maar da’s ook mijn zijde waar ik ooit in Ghana dat ongeluk op heb gehad. Dus moet ik af en toe van de pijn omdraaien waarna ik maar met grote moeite een waanzinnig metershoge berg dekens van mij af kan werpen en met samen geknepen billen de 120 meter verderop liggende plek des onheils kan bereiken zodat ik nu met mijn broek op de enkels de zon zie opkomen en de paarden zie dartelen in de wei……..en dat is mooi….erg mooi…..een snik, gevoel van geluk, opeenborreling van vrijheid en een diepe zucht…..weer een paar kilo ontlasting lichter.
Voor het tijdschrift Bike&Trekking schreven we verschillende columns
Comentários