top of page
HJ17.jpg

Yugoslavia

Just before the war, 1989

OORLOG?

We hebben geen idee. Oorlog? Aanstaande? 

Niets wijst erop dat dit land over een paar jaar niet meer bestaat. 17 jaar oud rijden we als twee onwetende tieners door een land wat vooral als vakantieland in Europa bekend staat. En we hebben het dan ook prima naar ons zin. Op die leeftijd lijkt elke kilometer makkelijk te gaan. En elke tegenslag is avontuur.  

Lisette rijdt op een oude race fiets van Pa (een heuse Peugeot) en geleende tassen. Maar is ten opzichte van het jaar daarvoor er wel op vooruit gegaan want de wollen fietsbroek is vervangen door een echte fietsbroek van PDM. 
Marco heeft alle dagen vakantiewerk gedaan om een echte Batavus Sprint te kopen met Karrimor tassen. Bij de oude fietsfanaten gaat het hard nu sneller kloppen. En dat doet het fietsframe ook want in de afdaling klopt en slingert alles alle kanten op. Maar dat lijken we niet te merken. Hete zon en kilometers wegtrappen. Simpel leven. 

Met een tent van 6 kilo van het merk Walker voelen we ons super lichtgewicht. Let op het grondzeil op de rechterfoto. Lichtste zeil wat we konden vonden. Ook het zeil wat makkelijk scheurt zodat het al snel nog lichter werd. En ook het zeil met weekmakers zodat de bodem van onze tent werd aangetast. 

En in de tassen een spijkerbroek en lekker dikke truien. Zo deden we dat in '89. 

In Osijek hebben we tegenslag. Zadel van Lisette en het voorwiel van Marco wordt gestolen. Bijzondere combinatie om te stelen. Binnen een mum van tijd worden we door een dikke zweterige politieman in een een hele kleine Fiat 500 (en ja, Lisette was toen al lang en het autootje erg klein) door de stad rond gereden op zoek naar de gestolen goederen. Hele onderneming. Drie veel te grote mensen in een heel klein autootje zonder airco (hadden we nog nooit van gehoord) bij 35 graden. Natuurlijk niets gevonden maar wel veel lol gehad. Vervangende spulletjes snel gevonden. 

HJ16.jpg
HJ17.jpg

Nergens kunnen we een kampeerplekje vinden totdat we deze twee oude mensen ontmoeten. We krijgen rauwe melk net warm van de koe. En een groot stuk spek om aan te sterken. De beste man heeft tijdens de tweede wereldoorlog in een werkkamp in Duitsland gezeten en met gebrekkig Duits komen we een heel eind. 
En dan horen we van de spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Het oh zo vriendelijke land blijkt een onderlaag te hebben die voor ons tot nu toe verborgen was. Daar schrikken we van. En twee jaar later wordt de schrik nog groter wanneer we op het nieuws zien dat hun dorpje met de grond gelijk is gemaakt. En zo wordt je als zorgeloze tiener bewust van de kwetsbaarheid van onze vrijheid. 

Samen met deze twee mensen slapen we die nacht in het hooi. En als je met elkaar slaapt schept dat hoe dan ook een band. 

We kregen een bed, we kregen eten, we kregen gastvrijheid. Dat zou voldoende moeten zijn om oorlog te voorkomen. 

Helaas.....

bottom of page