
BANGLADESH
Cycling through Dutch Asia, 1997
LAAGLAND IN AZIE
1997, Bangladesh en Nederland hebben veel overeenkomsten. Het land ligt laag, op veel plekken lager dan de zeespiegel. De inwoners in de delta leven van de visserij. En elk jaar worden grote delen van het land overspoeld door de zee. En net zoals in Nederland vechten de inwoners tegen het wassende water. Als Bangladesh vergeleken zou worden met Nederland honderden jaren geleden dan zou het verschil minimaal zijn. Nu is het verschil groot. Bangladesh heeft (nog) geen Deltawerken, geen grote dijken. Het ontbeert het land aan kennis en geld.
In maart 1997 fietsen wij daar als jonge twintigers. Na twee jaar onderweg te zijn geweest arriveerden we in de delta van het Indiase continent. Met een defecte camera, twee fietsen met tienduizenden kilometers in de wielen, versleten kleding maar met een open geest en een beresterk lichaam. Bangladesh was niet gepland. Bangladesh kwam als een cadeautje op onze weg terug naar Nederland.








HEKTIEK
Wie in de hoofdstad Dakha arriveert wordt overspoeld door de hectiek van het Indiase continent. Gewoon aan overgeven. Je kunt niet anders en eigenlijk moet je dat ook niet willen. Fietsen op een kruispunt af lijkt alsof alles ontploft maar net als je denkt dat je wordt overreden door bussen, auto's, vrachtwagens, riksja's, buffels, verkopers....net in de laatste seconde wijkt alles uit elkaar en fiets je zigzaggend door de massa. Soepel in de heupen, soepel op de pedalen en meegaan met de flow.

Met de stad uitfietsen verdwijnt ook de drukte. Het platteland van Bangladesh is vergeven van kleine wegen. Fietsen van dorpje naar dorpje. Af en toe steken we de grens over naar India door grensovergangen die nauwelijks de titel waard zijn. Hokje, beambte, kopjes thee, gezellig bijkletsen en we mogen door.





LANDBOUW EN VISSERIJ
We komen weinig tot geen industrie tegen. Het land bestaat uit boeren, kleine nijverheid, winkeltjes en af en toe een drukke markt. De huizen zijn opgebouwd uit leem en koeienmest. En met diezelfde mest wordt eten gekookt. Mestvlaaien hangen te drogen in de zon.
Alles gebeurt in de buitenlucht. We laten ons haar knippen op een lokale markt. We kopen fruit en groenten bij de boeren op het erf. Water halen we bij lieve vrouwen die als waterdragers voor het dorp fungeren. We overnachten in hutjes, in lokale hotelletjes, op boten, overal waar het kan.
En bijna gaat het fout. Tijdens een overtocht nijgt de boot te kapseizen omdat iedereen op de boot zich rond ons heen verzamelt. We verspreiden ons aan beide zijden van de boot en zo gaat het net goed. Een week later lezen we dat de boot gezonken is.





