top of page

AUSTRALIA

Crossing the continent, 1996

VEEL VAN NIETS

Het is 1996....Na meer dan een jaar door hectisch Azië te hebben gefietst zijn we op zoek naar niets. En het liefst daar zoveel mogelijk van. Veel van niets. En bij de aankomst in de noordelijke plaats Darwin vinden we het al. Het is er rustig, relaxed. Mensen lopen op teenslippers door het plaatje. Rustig tempo. Lekker loom. Onze opstartdagen vullen we met met het inslaan van proviand en het in orde maken van onze fietsen. Ondertussen zit er meer dan 30.000 km op en beginnen de fietsen wat te piepen en te kraken. We vervangen trapassen, lagers en spaken een van de wielen opnieuw. Na een ongeluk in Indonesië is dat hard nodig. De velg is krom maar we schatten in dat het net gaat houden om de 3000 kilometer naar Adelaide te overbruggen. 

STUART HIGHWAY

En daar is die dan, de Stuart Highway. 3000 kilometer. Dwars door het land. Van Noord naar Zuid. Van Darwin naar Adelaide. Pas in de jaren 80 werd de weg compleet verhard. Dus dat is een meevaller. Waar we wel mee te maken gaan krijgen is lange stukken niets. 3000 kilometer door de woestijn. Maar we zijn goed in vorm en eigenlijk lusten we de weg wel rauw. 

We hadden verwacht hier veel meer fietsers tegen te komen maar in 1996 lijkt de weg voor lange afstandsfietsers nog net iets te ver te liggen. Onze eerste doel is: Allice Springs, 1500 kilometer verderop. 

Als er veel niets is gaan kleine dingen opvallen. We genieten enorm van het landschap. Felle rode kleuren gecombineerd met witte eucalyptus bomen. Kleurrijke vogeltjes. Grote mierenhopen die als pilaren uit het landschap omhoog steken. En onderweg worden we vrienden met de roadtrains. Grote trucks met 3 opleggers die in sneltreinvaart Australië dwars doorkruisen. Als fietser wordt je soms meegezogen in de luchtstroom als zo'n gevaarte voorbij raast. Indrukwekkend. 

AYERS ROCK & DE OLGA'S

We hebben het gehaald. Het eerste gedeelte. 1500 kilometer verderop liggen Ayers Rock en de Olga's. Twee fantastische rotsformaties waar Australië bekend om is geworden. Gedurende de dag tovert het landschap verschillende kleuren naar voren met het hoogtepunt de zonsondergang. Zoemende filmcamera's (in 1996 maakten die dingen nog geluid) en klikkende fotocamera's. Hele filmrolletjes worden weggeschoten door de mannen en vrouwen die op een rijtje naar de enorme rots staan te kijken. Wij trekken erop uit. 

En dan maken we een fout. Een fout waar we later pas achter komen. In 1996 was het voor toeristen heel normaal om de rots te beklimmen. En dat doen wij dus ook. Pas later komen we erachter dat dit voor de oorspronkelijke bewoners, de Aboriginals, een heilige plek is. In Wikipedia wordt het zo omschreven: "De rots is verbonden met hun mythologie, de Tjukurpa, ook bekend als Droomtijd. Alle facetten van de rots hebben een bepaalde betekenis en zijn met elkaar verbonden via de mythologie in de Tjukurpa. Bepaalde scheuren in de rots zijn voor de Anangu de overblijfselen van een strijd tussen twee mythologische wezens uit de Droomtijd."

Het beklimmen van de rots is geloof ik nu verboden. Maar goed ook. 

ONDERWEG

Kamperen in de bush, veel kangoeroes levend en dood, overal vliegen, enorme hitte. Tekort aan water. Bij een roadhouse drinken we beiden in een paar teugen een compleet 2 liter pak melk op. De lokale bevolking kijkt ons verbaasd aan. We komen erachter dat een vlieg ongeveer 23 km/h kan vliegen dus fietsen we 26 km/h of sneller. Stoppen doen we alleen met een netje om ons hoofd. De wind wakkert aan en is voor een dag meewind. En dan maken we een fout, rond 15:00 stoppen we met fietsen om uit te rusten bij een benzinestation. Het is dan nog 170 kilometer naar de bewoonde wereld. Prima afstand voor morgen. De volgende dag is de wind gedraaid en halen nauwelijks 20 km/h. Het wordt een lange dag. Maar dan verandert het landschap. De rode grond maakt plaats voor bruin/groene vegetatie en twee uur later zien we de eerste bebouwing. We hebben het gehaald. Adelaide, here we come!

AU250.jpg
bottom of page